RC schreef: Gelieve mijn uitlatingen niet aan Maurice toe te schrijven.

Nee, liever niet.

RC schreef: Fopschipper stelt dat deze leefregels slechts gegeven zijn aan de joden. Hij beroept zich op Rom. 2:11-14.

Waarom schrijf je geen artikel, RC?

Ik wil hierbij even de complimenten aan Fop geven. Ik vond dat het artikel eens een andere manier liet zien hoe wij ook met de wet en de genade kunnen omgaan. In dat verband moet ik denken aan een aantal artikelen van mijn dominee in de Reformatie, waarin hij ook betoogt dat we ons niet te veel moeten concentreren op de wet, en dat de wet niet zo'n centrale positie in onze kerk moet innemen.

Graag wil ik reageren. Vervang het woord "wet" door "Woord van God". Dan verliest de wet zijn aparte plaats naast God en Christus. Want Christus is het Woord van God en gereformeerden noemen de Bijbel soms ook het Woord van God. Gehoorzaamheid aan God in Christus is de enige manier om te leven zoals God dat wil.

Dat betekent ook dat we elkaar niet oordelen, want ieder moet naar zijn eigen heer luisteren. De ene stelt de ene dag boven de andere, de ander acht ze allemaal gelijk. En beiden doen dat om de Heer.

Conformisme, zoals onder het Oude Verbond heeft afgedaan, verdraagzaamheid is het toverwoord om samen te leven als kinderen van God.

De eerste zonde was dat de mens zelf wilde oordelen over goed en kwaad. De wet versterkt zulke neigingen in de mens, want om de wet goed te houden, moet je oordelen over goed en kwaad. Maar om je te onderwerpen aan Christus moet je je oordeel in zijn handen leggen. Dat is het tegenovergestelde.

Het oordelen van jezelf is dan nog wel het zwaarst om uit handen te geven. Hoe gemakkelijk laat je je eigen geweten je veroordelen. En hoe meer je groeit in het strijden tegen de zonde, hoe scherper je oog ook wordt voor de zonde. En heb je een prikkel om ook dat uit je leven te bannen.

Mens, stop daar alsjeblieft mee. Want het is een masker voor je perfectionisme, minderwaardigheidsgevoelens, begeren van je hart wat je wilt onderdrukken of wat dan ook maar. Wat er niet uitkomt, blijft zitten. En doet z'n destructieve werk. Vergeving is de helft van het verhaal. Genezing is minstens zo belangrijk.

Hier ga ik even over nadenken :)

Reinier,
Jij noemt de wet Gods goede leefregels, geheel in de lijn van de gereformeerde traditie. In je vorige post haalde je Psalm 119:1-3 aan. In deze en nog meer psalmen wordt de heerlijkheid van de wet bezongen. Je stelt ook dat als wij recht willen doen aan het oude testament dat wij de wet dan niet opzij mogen zetten.

Recht doen aan de hele bijbel is absoluut een nobel streven, maar wanneer in het nieuwe testament in legio bijbelteksten wordt uitgelegd dat juist wat betreft de wet (die zo belangrijk was in het oude testament) alles radicaal veranderd is, dan betekent dit (voor ons als christenen) dat de in het oude testament geschetste positie van de wet niet meer geld en achterhaald is.

De wet wordt in het oude testament ‘heerlijk’ genoemd. Toen God de wet aan het volk Israël gaf, gaf Hij hiermee aan dat Hij de Joden apart had gezet, dat ze Zijn volk waren. Door zich aan deze goede leefregels te houden konden zij omgang hebben met de heilige God. Nu Jezus is gekomen hebben twee functies die de wet had afgedaan. 1. de wet, die de joden apart zette (de wet werd alleen aan de joden gegeven, en niet aan de andere volken) is door Jezus buiten werking gesteld en daarmee is het onderscheid tussen de joden en de rest van de wereld opgeheven (Ef 2:14-16). 2. door de wet na te leven konden de joden omgang hebben met God. In het nieuwe verbond echter kunnen wij omgang hebben met God door het offer van de Here Jezus. ‘Hij (Jezus) heeft ons geschikt gemaakt om het nieuwe verbond te dienen, niet dat van de letter van de wet, maar dat van de Geest. Want de wet maakt dood, maar de Geest maakt levend’ 2 Kor. 3:6.

Heej.. maken deze goede leefregels dood? Ja, legt Paulus uit: ‘Het oude bestel stond in dienst van de dood en was met letters gegrift in steen’, vers 7.

‘Toch was de luister van dat bestel zo groot dat de Israëlieten hun ogen niet gericht konden houden op Mozes, zo heerlijk straalde zijn gezicht. En dat was dan nog een heerlijkheid die zou voorbijgaan. Zal dan de heerlijkheid van het bestel van de Geest niet veel en veel groter zijn? Het bestel waaronder we veroordeeld werden, was al zo luisterrijk! Hoeveel heerlijker zal dan het bestel niet zijn waaronder we van schuld zijn vrijgesproken? Die heerlijkheid van toen zinkt eigenlijk in het niet bij de overgrote heerlijkheid van nu. Want als zelfs wat voorbijgaat al heerlijkheid kent, zal dan de heerlijkheid van wat blijvend is, niet veel en veel groter zijn?’ 2 Kor. 3:7-11

De wet was ‘heerlijk’ voor de joden, want door deze wet bond God zijn volk aan zich, en konden zij omgang met Hem hebben. Maar als wij nu de wet gaan bezingen (met bv psalm 119), dan bezingen we een verbleekte heerlijkheid. De wet is nu in de nieuwe bedeling het armste wat het evangelie te bieden heeft. Voor deze wet is namelijk iets veel heerlijkers in de plaats gekomen.

Fop, goed bezig, maar op sommige momenten moet je ook gaan slapen hoor! Ik kwam minstens 1 spelfout tegen. Wat mij opvalt, ook als je Fop's artikel ernaast legt, de meningen niet ver van elkaar liggen. Maar ook dat sommigen (Maurice!) hem beter nog een keer kunnen lezen.

Fopschipper,

Bewust ben ik tot nu toe niet te diep ingegaan op de teksten die jij in je artikel noemt. Ik ben het er namelijk helemaal mee eens. Paulus stelt heel duidelijk dat de wet heeft afgedaan. Dat zal ik dus nooit ontkennen, evenmin als de gereformeerde traditie dat ontkent (zie bijvoorbeeld de Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 25).

Jij isoleert deze teksten uit de bijbel en houdt dan op. Andere gedeelten, zoals de Bergrede, moet je dan in 'Paulinisch licht' interpreteren. Dat vind ik het zwakste punt in je redenering, de Bergrede. Daarom vind ik het jammer dat je tot nu toe niet gereageerd heb op de dingen die ik hierover heb geschreven. Ik kan nog wel meer teksten noemen:

'Stellen wij dan door het geloof de wet buiten werking? Volstrekt niet; veleer bevestigen wij de wet' (Rom. 3:31).

'Indien gij echter de koninklijke wet vervuld naar het schriftwoord: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf, dan doet gij wel. Doch indien gij met aanzien des persoons handelt, doet gij zonde en wordt gij door de wet overtuigd van overtreding. Want wie de gehele wet houdt, maar op een punt struikelt, is schuldig geworden aan alle (geboden). (...) Indien gij nu geen echtbreuk pleegt, maar wel doodslag, zijt gij toch een overtreder van de wet geworden. Spreekt zo en handelt zo als (mensen past), die door de wet der vrijheid geoordeeld zullen worden' (Jak. 2:8-12).

Door deze teksten te negeren en alleen de negatieve werking van de wet te benadrukken (die ontstaat door onze zonden) doe je mijns inziens geen recht aan de gehele bijbel. Als je deze bijbelgedeelten niet tegenover maar naast elkaar zet, ontstaat pas een duidelijk beeld. De wet heeft afgedaan, zij kan onze verlossing niet bewerken. Zij kan ons niet met God verzoenen. Door ons falen wordt de wet, die uit zichzelf goed en heilig is, ons een vloek.
Christus heeft ons van die vloek bevrijd door de wet te vervullen. Wij staan niet langer als schuldigen tegenover God maar als kinderen. Wij staan niet langer tegenover een wet die ons aanklaagt maar tegenover de vervulde wet. Bonhoeffer zegt het (naar aanleiding van Mat. 5:20) zo:

'De gerechtigheid van de discipelen 'overtreft' die van de schriftgeleerden. (...) De gerechtigheid van de discipel bestaat daarin, dat tussen hem en de wet diegene staat die de wet volkomen vervuld heeft en in wiens gemeenschap hij leefde. Hij stond niet tegenover een onvervulde, maar een reeds vervulde wet. Voordat hij begint de wet te gehoorzamen, is de wet reeds vervuld, is aan zijn eis reeds voldaan. De gerechtigheid die door de wet wordt verlangd, is er al; het is de gerechtigheid van Jezus, die naar het kruis gaat ter wille van de wet. (...) Daarin is de gerechtigheid van de discipelen overvloediger dan die van de farizeeers, dat ze alleen berust op de oproep tot de gemeenschap met Hem die de wet vervult; daarin is de gerechtigheid van de discipelen werkelijke gerechtigheid, dat ze nu zelf de wil van God doen, de wet vervullen.'

Dus de teksten die jij aanhaalt handelen over de oude wet, de wet der werken, niet over de nieuwe wet van het geloof (Rom. 3:27), de wet van de vrijheid (Jak. 1:25).
Dat dit nieuwe leven in Christus iets veel heerlijkers is dan de functie die de wet onder het oude verbond vervulde spreekt voor zich. De wet is nu ook geen slavenjuk meer, het is een automatisme. Het hoort bij het christenleven in vrijheid.

(PS. Wat betreft het onderscheid tussen joden en heidenen is er eenzelfde probleem: aan de ene kant is er geen onderscheid meer (Ef. 2:14-16), namelijk als het gaat om de essentie van het kindschap van God, anderzijds blijven de joden Gods uitverkoren volk (Rom. 3:1-2, Rom. 11, en verder o.a. Jesaja 41 en Jeremia 31). De kunst is nu om niet deze teksten tegen elkaar uit te spelen, maar om ze als geheel te zien.)

He Pjotr,

ik denk dat ik het met je eens ben, maar ik heb een paar vragen;

wat bedoel je precies met 'conformisme'?

en waar moeten wij precies mee stoppen?

RC schreef: 'Stellen wij dan door het geloof de wet buiten werking? Volstrekt niet; veleer bevestigen wij de wet' (Rom. 3:31).

Dit gaat niet werken, RC. Ik noemde deze tekst ook al een paar keer, maar dan kan fopschipper (zoals jij stug placht te zeggen) Efeziers 2: 14 en 15 er overheen gooien, namelijk:

"Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft" (Efeziërs 2:14,15).

RC schreef: Als je deze bijbelgedeelten niet tegenover maar naast elkaar zet, ontstaat pas een duidelijk beeld.

Misschien een domme vraag, maar hoe zet je die twee teksten naast elkaar dan? Ik vind ze vrij ambivalent.

Mijn interpretatie van de andere teksten, met name die uit Romeinen, is dat het gaat om de wet in haar oude functie. Men zou kunnen zeggen dat deze wet 'buiten werking is gesteld'. Echter, het kan in Efeziers ook gaan om de cultische wetten. Navraag bij een eminent hoogleraar Nieuwe Testament leverde de volgende exegese op:

'Het is de mozaische wet: 'geboden die bestaan uit inzettingen'. Inzettingen zijn verordeningen zoals besnijdenis, offers, voedselvoorschriften enz. Ceremoniele wetten dus, die de joden traditioneel (onder)scheiden van niet-joden. Een muur van voorschriften. Christus heeft die twee groepen, dus joden en niet-joden, verenigd en tot een gemeente gemaakt.'

Je kunt natuurlijk ook stellen dat de wet buiten werking gezet is met betrekking tot de rechtvaardiging van mensen, maar nog wel degelijk een functie heeft als richtlijn.

Het lijkt me vreemd om geen wet te hebben, al word ik er niet door gerechtvaardigd. Hoe kun je je leven goed invullen (niet uit dwang der wet, maar uit dankbaarheid) als je geen richtlijn hebt?

Gisteren op bk hebben we het ook hierover gehad, omdat daar ook een aantal mensen was dat toch de wet zeer nuttig vond, zacht uitgedrukt.

We gaven toen als optie, dat je, als je inderdaad een soort ijkpunt wilt hebben, of een richtlijn zo je wilt, eventueel ook de vruchten van de Geest als zodanig kunt beschouwen. Het gaat er iig om dat je positief ingesteld bent, je richt op wat God wil. In principe zou je dan dus iedere bijbeltekst die erop gericht is te laten zien wat God wil, in plaats van de wet kunnen (voor)lezen. De wet zou nog steeds als richtlijn kunnen gelden, maar heeft inmiddels een te negatieve lading gekregen.

Tja, en als je wilt weten wat God wil, moet je de bijbel lezen. Als je dan alles wat wet genoemd wordt links laat liggen, maar je richt op de vruchten van de Geest, heb je gewoon een andere wet...

RC schreef: Navraag bij een eminent hoogleraar Nieuwe Testament leverde de volgende exegese op

hahaha, prachtig! Zeer eminente man inderdaad, met een zeer eminente zoon!

Maar bedankt voor je antwoord.

He Reinier; je mag me idd gewoon Fop noemen hoor.. :)
Jij noemt de bergrede het zwakke punt in mijn redenering, en daarom zal ik daar nu vooral op ingaan. Voor ik dit doe wil ik vermelden dat ik in mijn artikel slechts vrij summier iets over de bergrede gezegd heb omdat dit absoluut niet de kern van mij betoog vormt. Ik ben hier tot nu toe niet echt op ingegaan omdat ik het accent wilde leggen op andere punten.

Jouw kritiek vind ik overigens geenszins terecht. Ik negeer helemaal geen teksten (zo als jij beweert) en ik probeer juist recht te doen aan de hele bijbel en de lijn uit te leggen die ik volg. Alleen kan ik in een forum discussie nu eenmaal onmogelijk alle relevante bijbelteksten aanhalen, al was het alleen maar vanwege het feit dat ik niet eens van het bestaan van sommige op de hoogte ben.

Jij hebt trouwens ook geen valide verklaring voor de schijnbare tegenstrijdigheid van sommige teksten, en de door jouw gekozen gereformeerde gulden middenweg vind ik bijzonder onbevredigend. In je post presenteer je een tweetal bijbelteksten die volgens jou het tegendeel zouden beweren van mijn stellingname, maar je legt vervolgens niet uit waarom dit zo zou zijn.

Laten we eens wat nauwkeuriger kijken naar de teksten die jij aanhaalt; Rom 3:31 en Jac. 2:8-12.

Paulus zegt in Rom 3:31 dat het geloof de wet niet buiten werking stelt, maar de betekenis van de wet juist bevestigd. Dit lijkt in tegenspraak met o.a. Ef. 2 waarin letterlijk wordt gezegd dat Jezus met Zijn dood de wet ‘buiten werking gesteld heeft’. Er staat in Rom. 3:31 echter dat: het geloof de betekenis van de wet bevestigd. En dat klopt ook!

De geboden (Gods heilige eisen) blijven bestaan en gelden voor ieder mens zolang hij/zij leeft. God neemt geen genoegen met minder dan volmaaktheid. Alleen het perfect naleven v/d wet (volmaakt leven) maakt je rechtvaardig voor God. Het geloof, waar Paulus het in dit stuk over heeft, ontslaat ons van deze verplichting (vloek) v/d wet omdat wij geloven dat de Here Jezus dit in onze plaats gedaan heeft. Maar dat betekent niet dat God zijn eis in de wet ingetrokken heeft. Als dit zo zou zijn dan zou het offer van de Here Jezus niet of minder noodzakelijk zijn. Het geloof in Jezus bevestigd dus de betekenis van de wet, want juist vanwege deze wet was Zijn offer zo nodig.

Verderop wordt dit ook uitgelegd: ‘De wet van Mozes kwam er later bij om de overtredingen te doen toenemen. Maar waar de zonde toenam, daar werd de genade nog groter’, Rom 5:20.

Dat christenen niet onder de wet staan legt hij nog iets verder uit: ‘De zonde mag niet over u heersen, want u bent niet onderworpen aan de wet maar aan Gods goedheid’, 6:14. ‘Bijgevolg zijt ook gij dood voor de wet door het lichaam van Christus’, Rom 7:4 (NBG). ‘Zo zijn we niet langer onderworpen aan het oude systeem van de wet, maar dienen we God in de nieuwe orde van de Geest’, Rom. 7:6.

In je post haal je ook Jac. 2:8-12 aan, en dat waardeer ik. Dit tekstvers sluit exact aan bij de stellingen die ik tot nu ingenomen heb. Ik denk ook dat wij behoorlijk op één lijn zitten wat betreft de combinatie liefde-wet. Jacobus benadrukt hier het liefdesgebod enerzijds en de strengheid van de geboden anderzijds: ‘Want wie de gehele wet houdt, maar op één punt struikelt, is schuldig geworden aan alle geboden’.

Heel Jacobus gaat erover dat je geloof moet blijken uit je daden. Een ‘christen’ die moord en steelt heeft een dood geloof (of gelooft niet).

Ik zou ingaan op de bergrede, maar doe dat ivm de lengte in een volgende post.

Luuk schreef: Tja, en als je wilt weten wat God wil, moet je de bijbel lezen. Als je dan alles wat wet genoemd wordt links laat liggen, maar je richt op de vruchten van de Geest, heb je gewoon een andere wet...

Inderdaad: de wet van de Geest.

Fopschipper, ik noem jou fopschipper omdat je forumnaam fopschipper is. Eventueel wil ik je ook wel met een titel aanspreken, zie 2 Tes. 2:3b.

Allereerst over de Bergrede en het ‘negeren’ van bijbelteksten. Je zegt hierover dat dit niet de kern van je betoog vormt. En dat is precies mijn bezwaar. Je gebruikt een massief blok van teksten uit bepaalde brieven van Paulus. Wanneer ik dan andere bijbelgedeelten of lijnen noem heeft het geen zin om dit te weerleggen met teksten die onderdeel vormen van jouw redenering. Nogmaals: de redenering is valide. Het is echter maar een deel van het verhaal. Daarom vind ik de Bergrede het zwakke punt in je artikel. Als jij namelijk geen afdoende verklaring kan geven voor dit gedeelte zul je mijns inziens moeten erkennen dat het massieve blok niet zo absoluut kan worden geïnterpreteerd als jij doet.

Over je bespreking van Jakobus verbaas ik me nogal. Het gaat hier duidelijk om voorschriften voor de christelijke gemeente. De wet functioneert hier dus niet als een voorschrift uit het verleden, maar als iets dat ons overtuigd van overtreding (vs. 9) en als een richtlijn voor het leven (vs. 12). Daarbij komt dat de twee grote geboden, die der liefde, niet een contrast vormen met de tien geboden, de wet is juist een invulling daarvan. Je kunt niet beweren dat de wet geen functie meer heeft maar wel de samenvatting van de wet (‘Gij zult de Here uw God liefhebben … en uw naaste als uzelf) in ere houden.
Verder wil ik graag je mening horen over de positieve waardering die de wet in dit gedeelte krijgt: ‘de volmaakte wet, die der vrijheid’ (Jak. 1:25), ‘de koninklijke wet’. (Jak. 2 vers acht)

Tenslotte nog kort iets over Efezieërs 2. Dit gedeelte gaat niet over de wet. Dat is belangrijk voor de interpretatie. Het bewuste gedeelte handelt over de relatie tussen christenen uit de heidenen en Messiasbelijdende joden. ‘De eenheid der gemeente’, luidt het kopje in de NBG. Met ‘de wet der geboden, in inzettingen bestaande’ worden daarom de cultische voorschriften bedoeld, ceremoniële wetten die specifiek horen bij het joodse volk (zie mijn eerdere post in reactie op Mausie).
De tien geboden zijn daarentegen universeel. Ook de heidenen die deze wet niet kennen houden zich eraan of zondigen ertegen (Rom. 2:12-16)! Waar de reinheidswetten worden afgeschaft (Hand. 10) laat Jezus zelf de bijzondere plaats van de tien geboden zien (Mat. 5, nog maar eens). Bijzonder, omdat ze geschreven zijn door God zelf (Ex. 34:1).

Reinier,
Je haalt steeds allerlei gereformeerde prominenten aan die jou zienswijze zouden beamen en onderbouwen, en ik besef dat hiervan een grote overtuigingskracht uitgaat, zeker omdat wij als gsv’ers in dezelfde traditie staan. Ik heb geen gereformeerde zwaargewichten aan mijn zijde staan, en Watchman Nee heeft in de context van deze discussie nou niet bepaald autoriteit waarop ik mee zou kunnen liften. Het blijven echter altijd menselijke interpretaties en daarom stel ik voor de discussie te voeren op basis van bijbelteksten, en niet op basis van meningen van bekende of minder bekende christenen uit vroeger tijden.

En dan nu de bergrede.

In een van je vorige posts sla je de plank voor een belangrijk deel mis als je het volgende zegt:

RC schreef: De evangelieen staan er bol van: Christus vergeeft onze zonden als wij in Hem geloven. Die omwenteling vindt al voor Zijn dood en opstanding plaats. Het is daarom onjuist om Zijn woorden te plaatsen onder het oude verbond.

Om de bergrede te begrijpen moeten we in gedachten houden dat Jezus tijdens zijn verblijf op aarde onderworpen was aan de wet van Mozes. Gal 4:4-5: ‘Maar toen de juiste tijd was aangebroken, heeft God zijn Zoon gezonden. Geboren uit een vrouw en onderworpen aan de wet, moest hij ons (de joden) die onder de wet stonden vrijkopen’.

Ook leerde Hij zijn discipelen zich aan deze wet te houden. Jezus zegt in Mat. 23:2-3: ‘De schriftgeleerden en de Farizeeën hebben zich gezet op de stoel van Mozes. Alles dan, wat zij u ook zeggen, doet dat en onderhoudt dat’. Zij – de Farizeeën en schriftgeleerden – hebben de positie van Mozes ingenomen. Het woord ‘stoel’ komt van ‘kathedra’ wat duidt op de zetel of stoel van een leraar.

Het verbond van de wet (Exodes 19) was dus nog niet afgeschaft op het moment dat Jezus de bergrede hield. De grote menigte mensen tot wie Jezus in de bergrede sprak waren ook allemaal joden die leefden onder de wet/het oude verbond. Ook Jezus leefde onder het oude verbond, Zijn dood pas was de start van het nieuwe verbond.

Tijdens Zijn leven op aarde verkondigde Hij al een andere boodschap dan die welke de joden tot dan toe gehoord hadden, en dit gaf aanleiding tot een hoop commotie, maar Zijn dood is het keerpunt. En datgene wat Hij tijdens Zijn leven op aarde verkondigde treedt dan (dwz na Zijn dood) in werking.

Jezus begint Zijn gedeelte over de wet met de woorden: ‘Denk niet dat ik gekomen ben om de wet of de profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze hun volle betekenis te geven’. (Ditzelfde zegt Paulus ook in Rom. 3:31). Als Jezus de wet niet meer van toepassing zou verklaren tegenover al die Joden die onder de wet leefden, dan zouden ze nooit overtuigd worden van de noodzaak van Zijn offer, omdat er dan immers geen heilige wet meer zou zijn waaraan zij niet konden voldoen en waardoor zij dus veroordeeld worden. Hij zou dan dus het gras voor Zijn eigen voeten wegmaaien.

Jezus gaat in de volgende versen nog even door, Mat 5:18: ‘Ik verzeker u: zolang hemel en aarde bestaan, zal niet één lettertje of streepje (jotta of titel) uit de wet geschrapt worden totdat alles gebeurd is’. Vers 19: ‘Wie dus een van deze geboden afschaft, al is het nog zo klein, en anderen leert hetzelfde te doen, zal de kleinste genoemd worden in het hemelse koninkrijk. Vers 20: ‘Ik zeg u als uw gerechtigheid niet boven die van de schriftgeleerden en Farizeeën (fanatieke ijveraars voor de wet) uitgaat, zult u het koninkrijk zeker niet binnenkomen’.

Nadat Hij dit gezegd heeft begint Hij met het uitbreiden en radicaliseren van de geboden. Er volgt een hele reeks waarvan ik er in mijn artikel drie geciteerd heb. Keer op keer haalt Jezus de wet van Mozes of de algemene richtlijnen van de wet aan om daarna hogere normen bekend te maken, die de diepste motieven van het hart oordelen.

Het is dus duidelijk dat de ‘volheid des tijds’ waarnaar Paulus verwijst in Galaten 4:4-5 nog niet gekomen is, want in plaats van zijn toehoorders te bevrijden van wat Paulus ‘de vloek der wet’ noemt, legt onze Here hen meer diepgaande en bindende voorschriften en geboden op.

Als je de bergrede (iig datgene wat Jezus over de wet en onze zaligheid zegt) ziet als werkelijkheid voor het nieuwe verbond, dan hebben we allemaal een levensgroot probleem. Niemand van ons kan hier aan voldoen. Ik kan niet anders concluderen dan dat Jezus de aandacht van de joden tot wie Hij sprak wilde richten op hun onmogelijke en hopeloze positie, en indirect dus naar zichzelf en Zijn dood aan het kruis als enige oplossing en verzoening voor alle mensen.

Ga je de bergreden volledig in het nieuwe verbond plaatsen, dan kun je niet anders concluderen dan dat iedereen voorgoed verloren is. Plaats je deze echter ook in de context van het oude verbond, dan is het (o.a.) een vooruitwijzen naar Jezus lijden en sterven.

Als christenen kunnen wij van de bergrede inderdaad meer leren dan alleen dat wij alle moed moeten verliezen omdat wij onmogelijk het koninkrijk der hemelen kunnen binnengaan. Als christen mag je geloven dat de heilige Geest je helpt om echt Jezus te na te volgen. (maar daarover ging mijn artikel niet)