Pjotr, zou je misschien iets meer kunnen uitleggen hoe je dat precies ziet met verantwoordelijkheid nemen en alleen voor God staan? Ik heb wel ongeveer een idee wat je bedoelt, maar kan het niet 'vangen', snap je? Misschien kan een antwoord op deze vragen wat opheldering geven:

Je zegt dat als je je gedrag veroordeeld, je het offer van Christus steeds ter discussie stelt. Hoe zie je dat, wanneer het offer van Christus voor iemand een vaststaand feit is, wat hij ook doet, zolang je maar oprecht berouw hebt?
En kan je je naaste lief hebben, volledig voor je naaste leven, wanneer je zelf nog zo worstelt met je eigen slechte mens? Is het risico dan niet groot dat je over je eigen fouten heen walst en het idee kan krijgen een 'goed christen' te zijn omdat je zoveel voor de ander doet, en je niet meer je eigen fouten kan/wil zien?

Als ik het goed begrijp, Pjotr, bedoel je het volgende: als je de verkeerde keuzes maakt in het leven, soms heel bewust, dan neem je zelf die verantwoordelijkheid op je en sta je dus ook alleen voor God. Je moet dus niet alleen de keuzes in je leven willen maken, maar met de Geest. Als je dat niet doet, sta je er alleen voor.

kleintje schreef: Pjotr, zou je misschien iets meer kunnen uitleggen hoe je dat precies ziet met verantwoordelijkheid nemen en alleen voor God staan?
Jawel. Graag.
Je zegt dat als je je gedrag veroordeeld, je het offer van Christus steeds ter discussie stelt. Hoe zie je dat, wanneer het offer van Christus voor iemand een vaststaand feit is, wat hij ook doet, zolang je maar oprecht berouw hebt?
Als Christus de straf voor je zonden gedragen heeft, hoe kan je je dan druk maken over iets dat je fout doet. Je bent mens, dus maak je fouten. Ze hebben geen consequenties meer. De essentie van de opstand van de mens tegen God was dat hij zelf wilde oordelen over goed en kwaad. Maar door Christus' offer hoeft de mens niet meer bang te zijn voor het oordeel. Wie in Christus blijft brengt door de Geest goede vruchten voort en zijn zonden zijn hem vergeven. Hij legt het oordeel in Christus handen die zegt: Mij komt de wraak toe, ik zal het vergelden. Wie in Christus is, laat zijn eigen wil samenvallen met de wil van Christus. Naar God toe is er dus geen sprake meer van een "tegenover" maar van een "naast elkaar". Wie echter blijft oordelen over zijn eigen daden, laat het "tegenover" bestaan en heeft doordat God tegenover hem staat in plaats van naast hem steeds de twijfel of zijn zonde wel vergeven wordt.
En kan je je naaste lief hebben, volledig voor je naaste leven, wanneer je zelf nog zo worstelt met je eigen slechte mens? Is het risico dan niet groot dat je over je eigen fouten heen walst en het idee kan krijgen een 'goed christen' te zijn omdat je zoveel voor de ander doet, en je niet meer je eigen fouten kan/wil zien?
Wie naar de ander kijkt ziet zijn eigen tekortkomingen. Wie willens en wetens dat negeert, verhardt zijn hart en het is de vraag of zo'n persoon wel in Christus is. Maar ook jezelf moet je zo accepteren als je bent, uit eigen kracht kun je niet veranderen. Je eigen slechte mens, dat ben je in het licht van de wet, in het licht van het perfectionisme etc. Maar in Christus neemt je zonder voorwaarden aan, Hij accepteert je zoals je bent. En Hij bepaalt of je moet veranderen. Het enige wat Hij zegt is: volg Mij.
Rossatron schreef: Als ik het goed begrijp, Pjotr, bedoel je het volgende: als je de verkeerde keuzes maakt in het leven, soms heel bewust, dan neem je zelf die verantwoordelijkheid op je en sta je dus ook alleen voor God. Je moet dus niet alleen de keuzes in je leven willen maken, maar met de Geest. Als je dat niet doet, sta je er alleen voor.
Min of meer. Als je zelf koning probeert te zijn maak je die verkeerde keuzes. Ben je in Christus dan sta je niet tegenover God, maar in Christus naast God. En als Hij je accepteert ondanks je fouten, schaam je dan niet tegenover Hem, want het is zijn kracht die jouw leven vernieuwt. Betoon je blij over het goede dat Hij uitwerkt.

Prima, Pjotr, zover kan ik met je meegaan. Het is inderdaad zo dat als je in Christus bent, je zonden geen consequenties meer hebben. Dat is zeg maar de Ellende en de Verlossing. Maar er is mijns inziens ook nog een stuk Dankbaarheid. Daaraan kun je zien of je wel in Christus bent. Als je in Christus bent (christen bent) kun je dat ook zien. Als je dat te weinig kunt zien, moet je daar wellicht je conclusies uit trekken. Zo hard mag je dan ook weer zijn tegenover jezelf. Tuurlijk, wij hoeven niet te oordelen en dankzij Jezus hoeven wij ook niet meer bang te zijn voor het oordeel, als je gelooft en Jezus volgt. Maar volg ik Jezus wel? Of vind ik mijzelf toch belangrijker? Dat ik de wet naleef is inderdaad niet genoeg. Vanuit de mores van de wereld kan ik ook de wet naleven, daar is niets mis mee, maar als je zonder Jezus de wet naleeft, gaat het uiteindelijk mis. En hoe kan ik nou zien of ik met of zonder Jezus de wet naleef?

Het probleem, Pjotr, met jouw verhaal (hoewel ongetwijfeld niet compleet) is dat je achterover gaat zitten en je leven maar zo laat. Maar zo simpel werkt het niet. Lees daarover maar eens hoe Paulus spreekt in Romeinen 6 en 7.

Pjotr schreef: [..] Min of meer. Als je zelf koning probeert te zijn maak je die verkeerde keuzes. Ben je in Christus dan sta je niet tegenover God, maar in Christus naast God. En als Hij je accepteert ondanks je fouten, schaam je dan niet tegenover Hem, want het is zijn kracht die jouw leven vernieuwt. Betoon je blij over het goede dat Hij uitwerkt.

Ik vind dat je hier een goed punt hebt Pjotr. Vaak proberen we zelf God te behagen in antwoord op zijn genade.
Watchman Nee schets in het normale christelijke leven een erg herkenbaar beeld: ( beetje samengevat)
"we beginnen als volgt te redeneren: ik ben met Christus gestorven en opgewekt, ik heb mij volledig aan Hem overgegeven; nu moet ik iets voor Hem gaan doen. Hij heeft immers ook zoveel voor mij gedaan. Maar dan doen we een vreemde ontdekking: we hebben vaak helemaal geen zin om de wil van God te doen. Wat is er aan de hand? Hoe meer wij ons inspannen de wil van God te doen, hoe meer wij falen. Hier vragen we dan weer vergeving voor en proberen vervolgens nog krachtiger opnieuw te beginnen. Maar de eerste de beste keer dan wij voor de keuze staan de wil van God te doen, is de nederlaag groter dan ooit te voren. "

Dus op het moment dat we zelf proberen goed te doen gaat het fout.
We moeten dus beseffen dat we het zelf niet kunnen. Pas op het moment dat we onze eigen pogingen goed te doen opgeven, kan God in ons werken. Tot die tijd blokkeren we Gods werk alleen maar.

Watchman Nee geeft een leuk voorbeeld: Hij was eens met groep ergens in China bij een huis waar hij elke ochtend een bad nam in de rivier. Op een dag kreeg een collega van hem kramp in zijn been en zonk hij weg in de rivier. Watchman Nee riep snel een sterke man die goed kon zwemmen, in de verwachting dat hij onmiddelijk te hulp zou komen. Tot Nee's verbazing deed hij dat niet. Intussen werd de stem van de drenkelin zwakker en zonk op een gegeven moment hij echt onder water. Nee was echt pissigop de zwemmer. Maar toen pas kwam de zwemmer in actie en met een paar snelle slagen had hij de drenkeling op de oever. Nee zei tegen de zwemmer: waar slaat dit op? De zwemmer antwoordde: als ik eerder naar hem toe was gegaan waren wij beiden verdronken. Je kunt een drenkeling pas redden als hij zelf geen enkele poging meer doet om zichzelf te redden.

Dus probeer los te komen van het idee dat je zelf God moet behagen.

PS ik hoop dat dit je wat helpt. Mocht dit nieuwe vragen opbrengen wil ik graag proberen daar antwoorden op te geven.
PS 2 Dit boekje is echt een aanrader.

Tsjonge Ewald, je maakt het er niet makkelijker op, dit is wel heel confronterend!

Maar ik las net Romeinen 7 nog eens en daar lees ik het volgende:

Wij weten dat de wet geestelijk is. Maar ik, ik leid een zondig leven, verkocht als ik ben aan de zonde. Ik begrijp mijn eigen daden niet. Ik doe immers niet wat ik wil, maar wat ik verafschuw. Mar als ik doe wat ik eigenlijk niet wil, betekent dit dat ik met de wet instem en haar goed acht. In feite echter ben ik het niet meer die handelt, maar de zonde die in mij huist. De goede wil ligt binnen mijn bereik, maar niet de goede daad. Ik doe niet het goede dat ik wil, maar het kwade dat ik niet wil. Als ik doe wat ik eigenlijk niet wil, ben ik niet meer de handelende persoon, maar de zonde die in mij huist. Ik ontdek dus deze wet: als ik het goede wil doen dringt het kwade zich aan mij op.

Kijk, dat is ongeveer mijn probleem. Maar hij schetst dit heel mooi helder, maar de oplossing dan weer iets abstracter, of ik wil het zo lezen, vanuit mijn zondige aard ( :? ).

Dus, broeders en zusters, zijn wij niet langer verplicht om een zondig leven te leiden. Als u een zondig leven leidt, zult u zeker sterven. Maar als u door de Geest de praktijken van het lichaam doodt, zult u leven. Allen die zich laten leiden door de Geest van God, zijn kinderen van God. De Geest die u ontvangen hebt, is er niet een van slaafsheid, die u opnieuw vrees zou aanjagen. U hebt een Geest van kindschap ontvangen, die ons doet uitroepen: Abba, Vader!

Tsjonge, lastig hoor! Maar hoe zit dat dan? Kun je anderen nog wel aanspreken op hun daden? Iedereen is toch ook persoonlijk verantwoordelijk? Of kan ik nu zeggen als ik dronken van soos kom: maar ik leef volgens de Geest en de Geest leidt mij, dus het zit wel goed? Is het nu zo dat als ik iemand aanspreek op zijn daden (hem dus wijs op fouten die hij maakt) dat ik hem dan gelijk maar zie als iemand die in de zonde leeft en niet in Christus?

Rossatron schreef: Tsjonge, lastig hoor!
Inderdaad. Ik aarzel een beetje om te reageren, want ik vind Romeinen 7 een erg moeilijk gedeelte.
Maar hoe zit dat dan? Kun je anderen nog wel aanspreken op hun daden? Iedereen is toch ook persoonlijk verantwoordelijk?
In een eerste aanzet tot een antwoord zou ik zeggen: persoonlijk verantwoordelijk voor de ander. Dit tegen het individualisme en het werken uit eigen kracht. Verbondenheid met de ander, het delen in zijn fouten en zijn lijden. Het besef dat je de ander niet kunt helpen evenmin als jezelf. De ander liefhebben. Dat is ook onderliggend aan het feit dat je elkaar tegemoettreedt, en eventueel aanspreekt, vermaant, aanspoort en oproept om te breken met bepaald gedrag. Liefde tot de ander maakt dat je de verbinding kunt leggen tussen wie de ander is en wat goed of slecht voor en van die ander is. Maar dit is wel heel moeilijk. Ik bid altijd maar dat God m'n daden zegent, want zelf zie ik veel onbeholpenheid en fouten in wat ik doe. Verander ik dan niet? Ik denk het wel, maar de rek om zelf fouten kleiner te maken is er soms wel uit. Dan moet ik ermee leven. Gods genade is ons genoeg (doorn van Paulus).
Of kan ik nu zeggen als ik dronken van soos kom: maar ik leef volgens de Geest en de Geest leidt mij, dus het zit wel goed? Is het nu zo dat als ik iemand aanspreek op zijn daden (hem dus wijs op fouten die hij maakt) dat ik hem dan gelijk maar zie als iemand die in de zonde leeft en niet in Christus?
Nee, want het leven uit de Geest sluit zonde niet uit. Wie uit de Geest leeft, heeft voortdurend te strijden met de verleidingen van de duivel. Die vernieuwing door de Geest is vaak niet in een keer gerealiseerd. Vernieuwing gaat van binnenuit. En een alcoholprobleem moet ook van binnenuit aangepakt worden, bij de wortel. Je zou ook aangesproken moeten worden door mensen die jou zien dronken zijn. Dat is een kwestie van om elkaar denken. Dat men dat niet doet? Die antenne heb ik in elk geval nauwelijks meegekregen. Het is heel moeilijk om iemand anders aan te spreken, want je geeft jezelf bloot. Bovendien verkeer je onder allerlei leeftijdgenoten die heel onzeker zijn. Wie in zonde leeft, is willens en wetens bezig om te zondigen. Maar laten we met ons oordeel voorzichtig zijn. Het goede dat de Geest in de mensen werkt is vaak verborgen. Vaak wordt het beeld van buiten bepaald door uitwassen. Bidt voor die mensen met wie je geen contact kunt krijgen. Jezus leert ons om eerst Gods Koninkrijk te zoeken. In dat spoor komen alle andere dingen ook.