Pjotr

Een aanrader:

Koert van Bekkum schreef: KAMPEN - Gereformeerde theologie vandaag. Zo heet een nieuw boek waarin de docenten van de jubilerende Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) hun visie geven op het vak. Ze streven naar een gereformeerde theologie die niet boven de werkelijkheid zweeft. Een gesprek met de ontwerper van het nieuwe model, A.L.Th. de Bruijne, rector G. Kwakkel en hoogleraar B. Kamphuis: ,,We maken in zekere zin een nieuwe start.'' En: ,,Zie dit boek gerust als een belofte. We willen iets doen aan de relevantie van 'Kampen' voor de kerken.'' Waarom een nieuwe kijk op de theologie? De Bruijne: ,,Hier in Kampen aan de Broederweg werkten we eigenlijk nog steeds met de visie op de theologie zoals die eind negentiende eeuw was ontwikkeld door Abraham Kuyper. Mijn voorganger J. Douma heeft dat model in 1974 aangepast en omgevormd met het oog op het studieprogramma van toen. Maar sinds Kuyper is er in de theologie een aantal vakken bijgekomen. Ook hebben enkele vakken zich verder verzelfstandigd, namelijk de ethiek en de missiologie. Dat is in het oude concept niet voldoende verwerkt. Daarnaast hebben we het model van Kuyper ook inhoudelijk willen actualiseren. Kuyper wilde vasthouden aan de klassieke gereformeerde theologie, maar tegelijk inspelen op gangbare en aanvaarde inzichten uit zijn eigen tijd. Daarbij hoorde ook een visie op wetenschap. Als je die intentie vandaag deelt, moet je wel komen tot een nieuw model. In de visie op wetenschap is immers veel veranderd.'' Volstaan de aanpassingen van Douma dan niet? De Bruijne: ,,Nee. Douma heeft afstand genomen van de speculatieve trekken in Kuypers denken. Ook heeft hij duidelijk gemaakt waarom theologie een wetenschap mag heten. Maar hij is niet ingegaan op bijvoorbeeld het hypothetische karakter van de wetenschap. En dat is wel noodzakelijk. Je kunt niet de hele theologie een hypothese noemen. Maar iets daarvan moet je meenemen. Bovendien is wetenschap tegenwoordig niet meer het terrein van de eenzame geleerde, maar van een gemeenschap van mensen die met elkaar in gesprek zijn.'' Kwakkel: ,,Bij Kuyper krijg je het idee dat theologie als vanzelf uit de Bijbel voortvloeit. In ons nieuwe model wordt duidelijk dat theologie ook een activiteit is te midden van de christelijke gemeente en in een eigen historische omgeving.'' Discussie Wordt theologie zo niet relatief? Het is toch het ene evangelie dat in de 'leer van Christus' wordt weergegeven? Kwakkel: ,,Natuurlijk, maar de formulering van die leer heeft altijd te maken met historische strijdvragen. Waarom dachten ze in de oude kerk na over de drie-eenheid, waarom over de leer van de rechtvaardiging in de tijd van de Reformatie, waarom over het Schriftgezag in de twintigste eeuw? Omdat daar discussie over was.'' De Bruijne: ,,Je kunt vandaag niet langer heen om wat wel 'hermeneutisch besef' wordt genoemd. Het begrijpen van de Bijbel is meer door de tijd en onze omgeving bepaald dan we dachten. Als je dat ontkent, zal het relativisme vroeg of laat toeslaan. Wij willen er eerlijk op ingaan. Juist door te erkennen dat je vanuit jouw plek in de geschiedenis antwoorden geeft. Die plek in de geschiedenis is immers geen gevangenis. Het is ook de plek waarover God regeert, een plek in Gods schepping.'' Besteedt u dan voor het eerst aandacht aan de historische omgeving? Kwakkel: ,,Nee, Kuyper en Douma hebben ook al aandacht voor historische veranderingen. Wel trekken we die lijn nu consequenter door.'' De Bruijne: ,,Inderdaad, het is een verschuiving, geen vervanging. Als je bijvoorbeeld leest wat Kamphuis zegt over de dogmatiek, zie je dat daarin nog steeds sprake is van de leer als de 'leer van Christus'. Maar hij signaleert tegelijk dat er in zijn vak meer gebeurt. Wij zeggen nog steeds dat de theologie spreekt over waarheid. Maar dat niet alleen. Theologie gaat ook over 'proberen' en het bouwen van hypothesen. Het moeilijke is juist dat dit vaak door elkaar heenloopt. Soms spreek je met de gemeente op het niveau van de christelijke belijdenis. Maar je spreken heeft niet altijd dat karakter. Dat zou de theologie ook onvruchtbaar maken.'' Waarom is dit boek niet samen geschreven met andere gereformeerde theologen? Kwakkel: ,,We hebben overlegd met de christelijke gereformeerden uit Apeldoorn. Maar van een gezamenlijk boek is het niet gekomen. Samen een boek maken kost ook gewoon meer tijd. Bovendien hebben zij nooit vanuit Kuypers model gewerkt.'' De Bruijne: ,,In Apeldoorn staat men wat kritischer tegenover het streven om net als Kuyper in het rapport met onze eigen tijd theologie te bedrijven. Raak je dan niet gauw door je eigen tijd besmet? Maar in feite werken ze niet veel anders dan wij. Het is een kwestie van alleen doen of er ook een theorie omheen bouwen.'' Kamphuis: ,,Je moet het verschil tussen 'Kampen' en 'Apeldoorn' niet overdrijven. Delen van ons boek zijn in de gemeenschappelijke onderzoeksgroepen besproken. Wij vonden het gewoon nodig om te presenteren hoe we nu theologie beoefenen. Dat hangt samen met het jubileum en met het feit dat er een nieuwe generatie docenten is die sommige dingen anders doet dan het voorgeslacht. Dat willen we graag verantwoorden. Daarnaast spreken we graag met andere theologen door. Maar dan moet er wel eerst iets op tafel liggen.'' Kerkbetrokkenheid Wat zijn vandaag de grote punten die een inspirerende rol hebben gespeeld? Kwakkel: ,,Het al genoemde hermeneutisch besef.'' De Bruijne: ,,Het was ook nodig elkaar te inspireren op het punt van de kerkbetrokkenheid van de theologie. Onder druk van de overheid zijn we de laatste jaren veel bezig geweest met het wetenschappelijke en onderwijskundige karakter van de universiteit. Maar dat mag niet ten koste gaan van de kerken. Het nieuwe concept speelt daarop in. Theologie mag niet gaan over wat in de kerk niet aan de orde is. Tegelijk proberen we te voorkomen dat we een soort kerkelijke huisideologen worden. Dat we hijgerig achter de actualiteit aan moeten rennen of dat we moeten rechtvaardigen wat iedereen al vond. Zo is de kerk op dit ogenblik sterk aan het verinnerlijken en verpersoonlijken. Ze is haar maatschappelijke relevantie kwijt. Dat laten we over aan onze seculiere helft. Op dat punt moeten we juist laten zien dat de theologie niet aan de leiband van de kerk kan lopen, maar een eigen visie moet vormen op wat nodig is.'' Zijn er nog meer voorbeelden van een kerkbetrokken theologie? Kwakkel: ,,Ik kan in mijn werk allerlei dingen naar voren halen uit de oudtestamentische wetenschap. Maar men wil van mij ook weten hoe het zit met Genesis 1-3. Dit theologische concept verplicht mij om ook op die kerkelijke vraag in te gaan.'' De Bruijne: ,,Hetzelfde geldt voor de ethiek. Douma heeft de gereformeerde ethiek verzelfstandigd en tal van kwesties aan de orde gesteld. Hij maakte daarbij gebruik van de innerlijke stabiliteit van de vrijgemaakte zuil. Maar nu we bijna geen zuil meer vormen, raken we een heel stuk van onze identiteit kwijt, ook op het gebied van de christelijke levensstijl. De ethische vragen dringen zich dus met nog meer kracht op.'' Bent u niet te optimistisch? In de beleving van het gemiddelde kerklid heeft 'Kampen' nog nooit op zo'n grote afstand gestaan als vandaag. Kwakkel: ,,Die afstand heeft te maken met onbetaalde rekeningen die we eerst hebben moeten wegwerken. In academische kring bijvoorbeeld was Kampen gemarginaliseerd. Dat heeft veel energie gekost. Misschien zijn we er daarbij te gemakkelijk van uitgegaan dat de kerkelijke loyaliteit wel bleef. De Bruijne: ,,Zie dit boek gerust als een belofte. Wij willen iets doen aan de gebrekkige relevantie van Kampen voor de kerken.'' Kamphuis: ,,We maken in zekere zin een nieuwe start. We vertellen nu wat we willen doen en dat gûûn we ook doen. Maar ik vind ook dat het effect van het werk aan de universiteit gaat via ons werk hier, en niet via wat we daar buitenom doen, in preken of het houden van spreekbeurten. Ik heb net college gegeven over de gaven van de Geest. Tongentaal, streeptheologie, enzovoort. Hoe moet je daar in de kerk mee omgaan? Het effect van mijn werk gaat via dit soort colleges.'' Randactiviteiten Dat kunt u toch ook opschrijven? ,,Natuurlijk. Maar het is niet eerlijk de betekenis van Kampen voor de kerken af te meten aan randactiviteiten.'' De Bruijne: ,,In ons onderwijs staan vragen centraal die te maken hebben met hedendaagse kerkelijke problemen. Dat kunnen we beter communiceren. In die zin is het wel te combineren. Een wetenschappelijke assistent is bijvoorbeeld sinds kort bezig met de vraag naar Paulus' visie op de positie van de vrouw. Wat daarin komt uit de context en wat uit de Schrift? Als ik dat vertel, zie ik dat mensen de oren spitsen.'' Kamphuis: ,,We zijn ons veel sterker dan vroeger bewust van de wetenschappelijke omgeving waarin we theologie bedrijven. Ik heb hier begin jaren zeventig een goede opleiding gehad en ben ook spiritueel gevormd. Maar op college hoorde je niets over wat er toen in de dogmatiek speelde. Nu doen we dat anders. Onze theologie is niet alleen gestempeld door de Schrift en de traditie, maar ook door de eigen context.'' Levert dat geen problemen op met de vorige generatie docenten en met de kerk? Kamphuis: ,,Het heeft inderdaad een relativerende werking. Maar als je van je voorgangers zegt dat het mensen waren die in hun tijd theologie bedreven, dan is daar niets verkeerds mee. Je hebt hun werk alleen niet canoniek verklaard.'' De Bruijne: ,,Het risico van de nieuwe aanpak is dat we te argeloos staan tegenover onze tijd. De angst voor dat gevaar is soms aanwezig in de reactie van de vorige generatie. Maar ik vind het jammer als onbevangenheid bij voorbaat wordt aangezien voor argeloosheid. Ik denk zelf dat ik onbevangen bezig ben. Maar in de kerken zeggen sommigen dat ik te argeloos ben. Het hangt er dus maar vanaf hoeveel vertrouwen er is.'' Wat doet gebrek aan vertrouwen met u? De Bruijne: ,,Het veroorzaakt teleurstelling. Als je te vaak merkt dat onbevangenheid tot wantrouwen leidt, kan dat ook remmend werken. De kerk moet de theologie ook haar plek gunnen. Als dat een bescheiden, dienstbare plek is, moet ze op die plek ook zichzelf mogen zijn. In mijn visie heeft mijn onbevangenheid te maken met de vrijheid in Christus. Als ik in heel mijn wezen met Hem verbonden ben, dan mag ik ook onbevangen zijn. We zijn ons heel goed bewust van de gevaren. Discussies over wat we zeggen, mogen ook best stevig zijn. Maar wat ik vaak mis, bijvoorbeeld in het manifest van verontruste predikanten, is het vertrouwen dat we in Christus ook wel samen ergens zullen uitkomen.'' Kamphuis: ,,Ik mis ook het bewustzijn dat we vandûûg gereformeerd blijven. Soms moet je andere dingen zeggen dan vroeger. Ik vind de artikelen van De Bruijne in Woord op Schrift daarvan een goed voorbeeld. Daarin zegt hij andere dingen over de Bijbel, juist om de Schrift vandaag tot zijn volle recht te laten komen.'' Kwakkel: ,,Wat ook een rol speelt, is dat de verhouding tussen een theologendiscussie en schrijven voor het brede publiek niet helder is.'' De Bruijne: ,,Theologie is ook een gemeenschap van vakmensen. Iedereen mag meelezen, maar je moet wel in de gaten houden in welk genre iets is geschreven. Als iemand wat voorlegt aan vakgenoten, is dat iets anders dan een boekje dat de gemeente wil voorlichten. Het wantrouwen is ook typisch van deze tijd. Uitlatingen van onze voorgangers over bijvoorbeeld Genesis 1 hebben al wel eerder geleid tot enige verontrusting. Maar nu zijn de reacties feller dan toen. Tegelijk vind ik dat theologie ook gaat over het gemeenschappelijke belijden. We moeten ook bevestigende dingen zeggen. Het is te gemakkelijk om alleen te klagen over gebrek aan vertrouwen. Vrijmoedigheid Bent u bang? Kwakkel: ,,Ik bespeur wel eens angst. Wat gebeurt er als ik dit zeg? Niemand wil scherp onder vuur komen te liggen.'' Kamphuis: ,,Ik ben niet bang. Ik ben altijd van harte gereformeerd geweest, ik ben dat nog en voel me vrij om te zeggen wat ik vind, ook als dat anders is dan voorgangers hebben gezegd.'' De Bruijne: ,,Bang is inderdaad een te groot woord. Ik heb mijn vrijmoedigheid niet afgelegd. Maar ik heb vorig jaar, op het hoogtepunt van de bezwaren tegen Woord op Schrift, wel in een dip gezeten. Zoiets werkt op je in, dat kan niet anders. Dat geldt nu opnieuw. Wie wantrouwend gaat zitten vlooien, kan gemakkelijk dingen vinden die alarmeren. Maar door ons open oog voor de omgeving te combineren met de pretentie dat we op de lijn van de theologie van alle eeuwen blijven zitten, hopen we vertrouwen te winnen.'' A. van de Beek voorziet het einde van de wetenschappelijke theologie aan de universiteiten. Wat heeft dat te zeggen? Bent u klaar voor studenten die anders naar Leiden of Utrecht zouden gaan? Kwakkel: ,,Van de Beek kon wel eens scherp aanvoelen welke kant het opgaat. Theologie aan de universiteiten gaat in toenemende mate alleen nog over het verschijnsel godsdienst. En dat terwijl theologie juist 'spreken over God' is. Maar mocht het zover komen, dan blijven we natuurlijk gewoon een kerkelijke opleiding van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). Al hebben we wel een ruimer toelatingsbeleid dan vroeger.'' Kamphuis: ,,Laten we ons niet rijk rekenen. Ook onze wetenschappelijke graden zullen dan ter discussie komen te staan.'' De Bruijne: ,,Ik denk dat het inderdaad die kant opgaat. Maar Van de Beek vervult zijn eigen profetie. Als je je handelen op dit soort gedachten afstemt, werk je die beweging zelf in de hand. Het christelijk geloof wordt steeds meer gemarginaliseerd. Maar het lijkt me verkeerd daar zelf in mee te gaan. Als we uiteindelijk onze wetenschappelijke status dreigen te verliezen, gaat de kerk voor. Maar nu kunnen we er nog ons voordeel mee doen. Bovendien, je weet het niet. De geschiedenis is niet gedetermineerd en we moeten openstaan voor wat God wil geven.'' N.a.v. A.L.Th de Bruijne (red.), Gereformeerde theologie vandaag. Oriëntatie en verantwoording (TU-Bezinningsreeks, 4), Barneveld 2004; 164 blz. E 14,75 De universiteit belegt op 5 november een congres over dit boek. Zie
http://www.tukampen.nl/cgi-perl/site/ni ... =20040819a

Dit hele artikel is o.a. ook te lezen in het ND van afgelopen zaterdag!